Dinsdag 02-02-2021
Op een morgen hoorde ik op tv een trendwatcher op tv zeggen dat wij aan onze haren de toekomst in worden getrokken. Met die bewering bevestigde hij een gevoel dat mij al sinds het uitbreken van Covid-19 dwarszit. Het lijkt er inderdaad veel op dat het virus, dat ons kennelijk is ‘overkomen’ de aanleiding is voor een vergaande vorm van digitalisering. Tele-werken, zoom- en teamvergaderingen, op afstand lesgeven, online concerten, online kerkdiensten etc. Alles wordt in sneltreinvaart uitgedokterd en ingezet. Onder het adagium: ‘never waste a good crisis’ wordt met veel enthousiasme gezocht naar digitale oplossingen. Veel mensen zullen daar blij mee zijn. Maar ik niet moet ik zeggen.
Al sinds de jaren 90 heb ik mij verdiept in de computer, de mogelijkheden ervan en de ICT. Sinds 2009 heb ik daar zelfs een bedrijfje in en weet ik inmiddels veel van soft- en hardware, programmeertalen, websitebouw etc. Inmiddels ben ik zover dat, hoe meer ik ervan weet hoe meer het mij tegenstaat. De verkilling van de maatschappij tekent zich steeds duidelijker af. Met het toenemen van de mogelijkheden neemt de menselijke maat af, en komen we ook steeds verder van de natuur af te staan. Mensen lopen tegenwoordig standaard met een telefoon in de hand, in connectie met iemand-op-afstand. Ondertussen zien ze de mensen om hen heen niet, ook omdat ze oortjes in hebben die andere geluiden laten horen dan de geluiden ter plaatse. Een wereld vol mogelijkheden. Maar tegelijkertijd lost de ICT problemen op die ze zelf heeft veroorzaakt. Moeten we daar blij mee zijn? Moeten we ons zo nodig afficheren met: kijk eens hoe modern ik wel niet ben? Nog los van alle mogelijkheden die machthebbers inmiddels in handen hebben om het volk te controleren. De nieuwste auto’s moeten verplicht hun positie constant doorgeven via navigatiesystemen. Verplicht! Wil ik dat wel? Nee, ik wil dat niet. Is het te voorkomen? Waarschijnlijk niet.
Hoe vrij zijn we eigenlijk? Misschien moeten we onszelf de vraag stellen wat we met de wereld willen, met de mensheid. Misschien is het nog niet te laat om de menselijke maat weer op te zoeken. Ik ken de argumenten wel waarmee men dit stuk af wil branden. De digitale mogelijkheden zijn legio. Maar het is een keus. Willen we dat. Ik gebruik nu ook digitale techniek om dit stuk te schrijven en direct te publiceren. Niet dat dat wat uitmaakt, er is bijna geen mens die dit gaat lezen natuurlijk. Wat dat betreft kan ik deze mening net zo goed in een kroeg gaan ventileren, het bereik is dan misschien nog groter. En misschien indringender dan via deze weg. Maar goed, ik zit nu niet in de kroeg want die mogen niet open. Ik schrijf het nu, tegen de verdrukking in om een zaadje te planten. Welliswaar in een digitaal bloembakje, maar misschien kan het groeien. Een stap vooruit naar een analoog tijdperk. Daar zou ik direct voor zijn.